Zijn de paarden dé bindende factor in jullie gezin?
Luc: ‘Dat kun je wel zeggen, ja. We woonden tot 2006 in België en waren op zoek naar een paardenplekje
in de buurt van Den Bosch. Dat hebben we hier in Gemonde gevonden. Paardensport is onze lust en ons leven. Bezig zijn en een band krijgen met die beesten. Prachtig toch? We hadden de paarden eerst omdat we het leuk vonden voor ons gezin, maar met de sport ging het zo goed dat we er in verder zijn gegaan. Kijk om je heen, voor de kinderen is het echt een paradijs. Dat komt door de successen van Jonna.’
De Grand Prix-amazone lacht. Met haar in de wei geblesseerd geraakte paard Cupido is ze nu op de weg terug. Verder hebben ze een paar talenten op stal staan.
Jonna: ‘Het mooie is dat we paarden vaak wat langer proberen te houden. Zeker twee tot vier jaar. We mikken op de talentvollere paarden van ongeveer vijf jaar oud. Ik heb hier nu vier paarden staan. Een Lichte Tour-paard en natuurlijk Cupido, die Grand Prix loopt. Hij had een gescheurde meniscus. En dan hebben we nog Sambuca. Die hebben we verkocht naar de VS, maar brengen we nu weer uit. Verder heb ik nog een zesjarige Apache. Die wil ik internationaal in wedstrijden voor jonge paarden laten starten. Hij ligt ver voor op schema, dus we doen het nog even rustig aan. Ook de pony’s van de kinderen zijn gespecialiseerd. Veel pony’s kunnen alles, maar die van ons zijn meer gericht op dressuur. Dat liep nou eenmaal zo. Het ligt ook een beetje aan de bouw waar wij op letten. Daarnaast hebben wij ook nog een paar springpony’s waarvan één in de Z-klasse’
Luc: ‘Precies. Het zijn zeker geen slaperds. We gaan ook vaak Duitsland in op zoek naar pony’s. Ze moeten mooi en intelligent zijn en een goed karakter hebben. Wij houden wat dat betreft meer van Duits gefokte pony’s.’
Jullie komen behoorlijk ambitieus over. Zijn jullie dat ook?
Luc: ‘Is dat zo ja?’
Micky (oudste dochter): ‘Ja, wij zijn zeker wel ambitieus.’
Jonna: ‘Micky stelt doelen voor de korte termijn. De pony die ze nu rijdt, werd ons aangeboden. Die kwam op ons pad. Als het dan lukt, moet je de doelen verleggen. Ze zei destijds dat het A-kader halen wel leuk zou zijn. Nu zit ze erin en droomt ze van het EK.‘
Micky: ‘Wat ik leuk vind? Met de hond spelen. Leren? Nee, vreselijk. Het liefst wil ik later in de paardensport door als professional.’
Komen er ook weleens vriendjes en vriendinnetjes paardrijden?
Jonna: ‘Van Amber wel. Dan gaan ze op de pony van Oskar. Vinden ze geweldig. Alleen Oskar vindt dat niet zo leuk, haha!’
Oskar: ‘Ja, dat mag niet van mij, maar dat doen ze toch! Wat ik het liefste doe? Ik vind springen heel leuk. Dat is stoer. Ik judo ook en vind dat eigenlijk nog leuker dan paardrijden. Later wil ik handelaar en advocaat worden.’
Micky: ‘Als hij maar geld verdient. Oskar zei al dat als hij een keer een beker wint, hij die wil gaan verkopen.’
Sommige mensen zeggen: ‘Logisch dat die kinderen goed presteren. De ouders kopen gewoon de beste pony’s.’ Zien jullie dat ook zo?
Luc: ‘Dat is een zeer terechte vraag. We proberen met onze beide benen op de grond te blijven. Kinderen kunnen snel groeien. Je moet je van niemand iets aantrekken. Want mensen die denken dat succes te koop is: dat is dus niet zo. Maar geld brengt je natuurlijk wel verder.’
Jonna: ‘Ik heb zelf mogelijk niet alle talent, maar ik ga er wel vol voor. Anders kom je nooit zover. Dat proberen we onze kinderen ook altijd mee te geven. Micky heeft bijvoorbeeld wel talent en gaat er ook vol voor.’
Luc: ‘In het advocatenwereldje zie ik vaker mensen die dure paarden kopen, maar dat er vervolgens een mismatch is. Natuurlijk zijn onze kinderen bevoorrecht. Al denk ik dat wij een iets betere kijk op paarden hebben dan gemiddeld en dat we er meer voor doen om paarden uit te kiezen. Het is geen goedkope sport. Bij ons is paardensport hoofdzaak. We werken er dag en nacht voor. Ga er zelf maar eens zestig uur per week voor werken, zou ik zeggen.’
Hebben jullie het weleens over wat anders dan paarden?
Luc (met een grijns): ‘Ja, over auto’s, haha! Nee, je bent altijd druk met de paarden. De vakanties kun je ook lastig plannen. Dat moet om de wedstrijden heen.’
Jonna: ‘We proberen ieder jaar naar Wellington te gaan. Daar zitten veel klanten van Luc en we hebben er ook al wat paarden verkocht. Dan combineren we de paardenshow daar met vakantie.’
Luc: ‘Verder gaan we weleens dagjes weg. Amsterdam, of een paar dagen Parijs. Het bedrijf vergt veel verantwoordelijkheid. Als we dan een keer langer weggaan, dan houden we van skiën, maar ook van zonnebaden. Lekker relaxen, zonder paarden.’
Wat is het geheim van deze happy family?
Luc: ‘De paardenbacterie. De liefde voor paarden. Bovendien doen we echt heel veel samen. Tegenwoordig doen zo weinig mensen nog dingen samen. Kijk eens in een restaurant. Iedereen zit op dat stomme telefoontje. Dat vind ik jammer. Natuurlijk beginnen onze kids ook een eigen mening te ontwikkelen. Soms weleens irritant, bij het trainen bijvoorbeeld, haha.’
Micky: (plagend) ‘Dan moet je ook maar geen headset kopen waardoor je terug kan praten, pap!’
Luc: ‘Zie je. Haha, nee dat is alleen maar leuk. We proberen veel samen te doen. Dan zorgen we dat er altijd iemand op stal is voor de paarden.’
Hebben jullie dan nooit gelijk samen wedstrijden?
Luc: ‘Ja, dat is een enorme ramp. Die wedstrijden die door elkaar lopen. Zo’n planning vergt veel. Dat is een nadeel. Het is jammer dat we hier in Brabant zo veel selectiewedstrijden hebben. We moeten met de kinderen zo’n vijf wedstrijden rijden. Voor de opleiding is dat natuurlijk fantastisch, maar ik vind het te veel en niet nodig. ‘
Jonna: ‘Het niveau is hoog in Brabant. Dan moet je meer selecteren. Alleen is het voor ons niet eenvoudig om een weekje vakantie te boeken. Langer gaan we dan ook vaak niet.’
Hoe ervaren jullie de paardenwereld?
Jonna: ‘Soms is het inderdaad een beetje belachelijk wat we doen. Zo druk zijn we ermee. Het is een bijzondere wereld, waarin veel wordt gekletst, maar het is ook een heel mooie wereld.’Luc: ‘We ontmoeten veel nieuwe mensen, dat is leuk. Het is ontspannen en hebben eigenlijk nog geen slechte ervaringen gehad. Je moet je alleen wel realiseren dat het soms geen échte wereld is. Bijvoorbeeld in Wellington. Alles is daar gewoon uit het niets neergezet. Het geeft me altijd wel lekkere adrenaline. Zeker als ik met de kinderen meega. Ik vind dat schitterend.’
Jonna: ‘Dressuur heeft soms ook een negatieve klank. Met kritiek en het feit dat het soms moeilijk te begrijpen is. Ik was 19 jaar en kwam net van de opleiding in Deurne. Toen dacht ik ook springruiter te kunnen worden. Ik heb Luc toen leren kennen doordat ik paarden voor hem ben gaan rijden in de springsport. Ik had niet echt talent hoor, maar ik wilde gewoon niet weten dat ik dressuur beter kon, denk ik. Ik vond het maar saai.’
Luc (plagend): ‘Je vond het saaie mensen. Nu hoor je er zelf bij.’
Jonna: ‘Nu is het echt ons wereldje geworden.’
Is dat ook iets wat jullie meenemen in de opvoeding van de kinderen?
Jonna: ‘Ze moeten het ervaren. Micky merkt ook dat het niet altijd een kwestie van gunnen is.’
Luc: ‘We proberen veel te bespreken. Thuis of onderweg in de vrachtwagen. Paarden zijn natuurlijk ook goed voor opgroeiende kinderen. Ze zijn fysiek bezig en ontwikkelen verantwoordelijkheidsgevoel bij het opvoeden en verzorgen van een paard. Ze stellen zelf ook vragen. Bijvoorbeeld hoe ze om moeten gaan met de jury. Dan kun je ze dus vertellen dat het eigen gevoel bij een proef ook heel belangrijk is. Want soms zit de score mee en soms valt het erg tegen.’
Hoe ziet een dag van jullie gezin eruit?
Luc: ‘Ik ben altijd de vroegste. Ik sta rond kwart voor zes op. Ik ben ook de oudste hè, dan heb je minder slaap nodig. Rond acht uur gaan de kinderen dan naar school.’ Jonna: ‘Dan begint voor mij het rijden van de paarden. Dagelijks vier, vijf. Ik probeer dat klaar te hebben als de kinderen ’s middags thuis komen, zodat ik hen kan helpen met rijden. Dat doen we hierachter in onze bak. Altijd buiten. Of het nou regent of hagelt. Mama wast wel! Gelukkig is onze binnenbak bijna klaar. In de zomer maken we ook weleens een parcours in de tuin. Dan gaan we over hekken en zeilen.’
Luc: ‘Hoeveel tijd ik kwijt ben met de advocatuur? Dat verschilt enorm. Ik maak dagen tussen de vier en zestien uur. Onze focus ligt op de paardenwereld en ik heb de leidinggevende functie over mijn bedrijf. Ik heb als het ware van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Elke week zit ik wel een keer in het buitenland. Over de hele wereld. Dat vind ik nog steeds hartstikke leuk. Vroeger plakte ik er nog weleens een dagje in een stad aan vast, maar dat doe ik nu niet meer.
Jonna: ‘Voor hem is dat natuurlijk heerlijk, even geen kinderen. Lekker bijslapen, haha!’ Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
Jonna: ‘Ik wil sowieso met Cupido door. Die blijft. Met de kinderen hoop ik nog mooie concoursen af te kunnen gaan.’
Luc: ‘Als dit leven nog twintig jaar zo doorgaat, ben ik dik tevreden. De combinatie van de advocatuur en de paardensport van het gezin is het leukst. Ik zou hier niet hele dagen kunnen rondhangen. Daarvoor vind ik mijn werk ook te leuk. Wel zou het mooi zijn als ik in de toekomst nog meer tijd kan besteden aan het scouten van paarden. Dat is het leukste: iets zien in een paard waar anderen niets in zien en er dan iets van maken.’
Bron: De hoefslag